Navigatie overslaan
Kies je cursus

Aan de slag in de klas

Op 26 september organiseerde VRIJDAG een inspiratiemiddag voor docenten PO en pedagogisch medewerkers uit de kinderopvang. We bekeken de voorstelling Alice en Wonderland met een decor van Floor Rieder. Daarna gingen we met elkaar aan het werk. In een open brainstorm bedachten we de volgende lessen en projecten voor in de klas en groep.

Wie ben je? Wie zou je graag willen zijn?

Stel je voor…. je mag je jezelf helemaal opnieuw bedenken. Wie zou je dan zijn? Hoe zie je er dan uit? Wat heb je aan? Hoe beweeg je? Hoe klinkt je stem? Wat doe je graag en waar heb je een hekel aan? Wie zijn je ouders? Wat is opvallend anders? Opdracht: Als je je jezelf opnieuw mag uitvinden, wie zou je dan zijn?

  • Beschrijf het personage
  • Verbeeld dit personage
  • Speel dit personage

Aankleedpop

Wie wil je zijn en hoe zie je er dan uit? Maak een aankleedpop van stevig papier/karton én een foto van je eigen gezicht. Combineer deze twee en maak een aankleedpop van jezelf. Wie zou jij willen zijn en welke kleding draag je? Wanneer de poppen gemaakt en aangekleed zijn, kun je in groepjes samen spelen. Welke vragen stel je? Wat kun je met deze aankleedpoppen nog meer doen? Hoe speel je dit uit voor je klas?

Een beetje gek

We zijn allemaal een beetje gek. Maar wat IS gek? Wie is gek? Wat gebeurt er met je als je gek wordt of doet? Wat zou je missen als niks meer ‘gek’ zou zijn. Hoe zou het zijn als niks of niemand meer gek is. Hoeveel gekke dingen kun je noemen?

Voetstappen

Leg een groot papier, stucloper of landbouwplastic in de klas (speellokaal). Alle kinderen maken hun eigen voetstappen, net als in de voorstelling. Maak ook voetstappen van een fantasiedier. Hoe ziet dit dier eruit, welke voetstappen horen hierbij, hoe loopt dit beest? Variatie: Je kunt er ook een raamtekening van maken!

Spelen van een personage

Neem iemand in gedachten. Iemand uit je straat, uit een film of boek of uit de voorstelling Alice en Wonderland. Misschien wel de kat van Alice, Dinah. Die ga je tot leven brengen:

  • Wat is het verschil met hoe jij loopt en hoe jij er uit ziet?
  • Hoe kan je met jou lichaam ‘de kat’ zo goed mogelijk verbeelden?
  • Wat heb je aan?
  • Hoe beweeg je?
  • Welke geluid maak je?
  • Kan je praten?
  • Waar heb je het graag over?

Kijkdoos

Decor bouwen in een kijkdoos. Maak foto’s plekken in de klas, in de school of op het buitenplein. Verklein deze foto’s, print ze en bouw zo je eigen decor in een kijkdoos. Wat gebeurt er in de kijkdoos? Bedenk een verhaal in je kijkdoos en knip er een verhaal bij (je kunt het verhaal opnemen en afspelen bij de kijkdoos).

Glow in the dark

Werk in kleine groepen en maak op een plek in de klas (speelhoek) voetstappen met ‘glow in the dark’ verf. Maak de klas donker en zoek met een zaklamp het spoor. Wat is hier gebeurd? Wie is hier geweest en waar leidt dit spoor heen? Het verhaal kan beginnen!

Mijn schoenen gaan op reis

Neem van thuis twee schoenen mee. Een paar schoenen van jezelf, van je broertje of grote zus, je ouders of je buurman. Deze twee schoenen gaan op reis. Jij brengt ze tot leven. Waar gaan ze heen? Zijn ze reislustig? Of een beetje angstig voor wat ze te wachten staat? Nemen ze grote of kleine passen, snel of juist traag?

Een stofzuiger wordt een pratende kat...

Objecttheater, spelen met objecten. Hoe breng je een object tot leven? Kies een voorwerp en bedenk wat het allemaal zou kunnen zijn. Mocht het menselijke of dierlijke eigenschappen hebben, dan kun je eventueel ogen tekenen. Waar zitten de ogen, hoe groot of klein zijn de ogen, dicht bij elkaar of ver van elkaar af? Ogen brengen het voorwerp meteen tot leven.

  • Hoe beweegt het?
  • Hoe praat het?
  • Wat heeft het te vertellen?
  • Kan het voorwerp zich voorstellen? Naam, woonplaats, wat 'ie graag doet.

Transformeren

Vervreemde dieren maken. Zet een hoop alledaagse voorwerpen op een grote tafel en laat de kinderen hier spullen uitzoeken. Met deze alledaagse voorwerpen maken kinderen fantasie dieren door ze te demonteren en met andere materialen te bewerken. Zo ontstaan er allerlei vervreemde dieren. Maak een goede opstelling in de klas en speel af en toe met deze dieren, geef ze een naam, een woonplaats/hol, hoe leven ze en wat zijn de vrienden en de vijanden.

Stopmotion

Maak n.a.v. de voorstelling allerlei vormen en personages. Speel hiermee met de techniek van de stopmotion en zo ontstaat een nieuw verhaal (werk in groepjes van 4 of met behulp van oudere kinderen). Maak vervolgens geluiden die aansluiten bij dit verhaal, neem dit op en laat de filmpjes aan elkaar zien.

Stempels maken/druktechniek

Maak n.a.v. de voorstelling van Alice eenvoudige sjablonen/stempels en druk deze af op papier, doek of het raam. Hang alles op en zo zit je nog even na te genieten van de voorstelling van Alice. Ook een mooie aanleiding om nog eens na te praten over de voorstelling en er verder op door te werken.

Krassen

Kleur met vetkrijt of wasco allerlei kleuren op een papier. Maak met dekzwart het hele papier zwart. Hierna kras je in het dekzwart, zodat de wascotekening (magisch) tevoorschijn komt.

  • Variatie 1: Zwart op zwart en vervolgens wegkrassen
  • Variatie 2: Wit op zwart > wereld/dieren tot leven laten komen.

Pop-up kaart

In de voorstelling van Alice werkte de maker met grote pop-up kamers. Maak een pop-up kaart/kamer, geïnspireerd op deze voorstelling en bedenk er zelf een verhaal bij. Verzin en maak een personage (ook van karton) die in deze kaart/kamer woont of op bezoek is.

Raar

Er gebeuren rare dingen in de poppenhoek. Verander en vervreem iets in de poppenhoek! Maak iets heel groot of juist heel klein. Wat zie je als je door een klein deurtje gaat? Dit kan ook samen met de juf of de meester worden gedaan om andere kinderen te verrassen.

Schimmenspel

Maak je eigen schimmenspel (met karakters uit de voorstelling).